De jonkvrouw (aflevering 1)

26 October 2021, 19:34 uur
Den Haag & Regio
mainImage
Ingezonden

Geïnspireerd door het enthousiasme van oud-collega’s Willem Kool (De Telegraaf) en Leo van der Velde (AD Haagsche Courant) waag ik het erop - zo goed en zo kwaad als dat gaat - op social media een rubriekje te starten over De Vreugde van de Residentie dat ik, Gijsbert Spierenburg, heel opportunistisch en zeker niet zonder ironie, Gijsbert Gaat Door! noem.

De jonkvrouw

Het spijt me dat ik het moet zeggen. Ik zeg het dan ook schoorvoetend en met enig leedwezen: de etiquette laat tegenwoordig soms zeer te wensen over, onder jong en onder oud. Mag ik zulks zeggen? Ja, ik mag zulks zeggen.

Ik dronk onlangs op het Lange Voorhout een buitengewone Bourgogne met een goede vrind, onmiskenbaar een Haagse heer van stand die al meer dan zeventig jaar, te midden van glorie en genade en opwindende dames, weet hoe het hoort. Hij staat in weer en wind en zonder overdrijven zo stijf van wellevendheid en goede manieren dat hij in de chique restaurants hier in de Residentie de serveersters om hem heen steevast in de verleiding brengt voor hem een diepe reverence te maken.

Als mijn vrind, wiens naam ik om reden van piëteit hier niet zal noemen, een dame ontmoet, ook een minder gesoigneerde, staat hij automatisch op. Jasje dicht. Knoopjes toe. Omdat dat zo hoort. Hij heeft dat van nature. Hij zou niet eens anders kunnen. En als hij ter tafel een schelm in een onbewaakt ogenblik plotseling het verfoeide ‘eet smakelijk’ hoort zeggen, weet hij genoeg. Dan weet hij hoe laat het is. Dan is voor hem direct duidelijk: hier verkeer ik niet in het milieu der hogere Haagse kringen, in elk geval niet in de haute volee ten tijde van het couperiaanse ‘s-Gravenhage waarnaar hij zo heftig terugverlangt.

Mijn vrind houdt van sfeer, van kleding, van stijl, van elegance, kortom van de zeer Haagse recepties en soirees, van de ruisende rokken en wandelstokken. Hij draagt meestentijds ook een hoed. Niet tegen de kou. Maar comme il faut.

Over etiquette en goede omgangsvormen kwam ik laatst te spreken met niemand minder dan jonkvrouw Odilia de Ranitz (foto). We kennen over deze materie de befaamde boeken van Amelie Groskamp-ten Have, Reinildis van Ditzhuyzen en de onvolprezen Jort Kelder, maar ook onze eigen Haagse jonkvrouw weet op basis van haar jarenlange ervaringen in de internationale wereld van de diplomatie alles over ‘Etiquette En Zo’. Ze geeft er in de van haar bekende inspirerende stijl gastcolleges en/of lunchlezingen over. ,,Mijn colleges zijn met name gericht op de jeugdige adolescenten om ze een mooie rugzak mee te geven voor de rest van hun leven.’’